Springen is niet alleen iets voor mountainbikers. Als je weet hoe je met je racefiets of gravelbike over obstakels kunt springen, kan je takken, putten of die ene kamikaze-eekhoorn passeren zonder snelheid te verliezen.
De 'bunny hop', waarbij je eerst je voorwiel omhoog trekt en daarna je achterwiel over het obstakel laat vliegen, is één van de handigste skills die je op een fiets kunt hebben. Als je hem goed uitvoert, kan je meer ontspannen fietsen. Ongeacht het type fiets.
Afgezien van de praktische voordelen, is het ook gewoon heel leuk om te doen. Zelfs als je niet als MvdP door de lucht vliegt, zal het leren van de basisprincipes van een bunny hop je een betere fietser maken. Dit is hoe je het doet.
Hoe maak je een sprong met de fiets?
Het onder de knie krijgen vergt enige oefening. Check hieronder de tips, pak dan je fiets en rij naar een veilige plek zoals je achtertuin of een lege parkeerplaats. Oefenen op een grasveld is iets zachter dan asfalt als er iets mis zou gaan.
Zet een 'obstakel' neer, zoals een opgerolde handdoek (op een parkeerplaats kun je de geverfde lijnen gebruiken.) Hiermee kun je oefenen zonder het risico te lopen dat je voorband kapot gaat of onder je vandaan schiet.
Zodra je de sprong over de handdoek of lijn hebt volbracht, vergroot je stapsgewijs het formaat van het obstakel, totdat je voldoende zelfvertrouwen hebt om een sprong over een echte tak, boomstam of stoeprand te proberen.
1. Bereid de sprong voor.
Hoewel getalenteerde fietsers vanuit stilstand kunnen springen, hebben de meesten onder ons wat snelheid nodig. Benader het obstakel met ongeveer 15 km/u, zodat je genoeg vaart hebt om de sprong te voltooien. Ongeveer een meter voor het obstakel, ga je op de pedalen staan met je pedalen horizontaal (waterpas). Houd je ellebogen en knieën ontspannen en buig je heupen (vaak de ready position genoemd in het mountainbiken), zodat je voorbij het zadel zit maar niet erachter.
Tip: pak het zadel niet vast met je dijen - als je moeite hebt om je evenwicht te vinden tijdens het staan, laat je het zadel zakken en oefen je in deze positie met trappen en bochten maken voordat je verder gaat. Als je een mountainbike met een dropper post hebt, laat het zadel dan helemaal naar beneden zakken.
Een eenvoudige bunny hop, waarbij het voor- en achterwiel over het obstakel rollen.
2. Trek eerst het voorwiel op.
Het lijkt misschien logisch om met beide wielen tegelijk van de grond te springen - en dat kan ook wel als je voldoende snelheid hebt - maar door eerst het voorwiel op te tillen, kun je grotere obstakels in het begin makkelijker en veiliger passeren. Het doel is om soepel over het obstakel te springen.
Om dat te doen, schuif je je gewicht naar voren en druk je in je stuur en pedalen om de druk op te bouwen (als je voorvering hebt, zal je vering inzakken). Is de druk eenmaal opgebouwd, dan trek je het voorwiel met je armen omhoog de lucht in, terwijl je met je voeten op de pedalen duwt.
Als je meer vertrouwen hebt, kan je volledig over het obstakel heen springen.
3. Rond af en rij door.
Als het voorwiel omhoog komt, leun je naar voren en zodra het voorwiel het obstakel heeft gepasseerd, duw je het stuur van je af en naar beneden, terwijl je tegelijkertijd je benen naar je lichaam toetrekt om de trapas en het achterwiel over het obstakel te leiden. Sommige trainers omschrijven dit als 'met je voeten naar achteren schuiven', terwijl je de fiets onder je omhoog trekt.
Tip: vergeet niet om van je remmen af te blijven als je landt, tenzij je spectaculair over je stuur heen wilt vliegen. Voor deze vaardigheid zijn remmen je vijand en is momentum je vriend.
Oefentips:
Als je een wielrenner of gravelrijder bent die een bunny hop wil leren en je hebt de beschikking over een mountainbike, begin daar dan mee. Als je leert hoe het voelt om de druk bij een fiets met vering op te bouwen, kan je de beweging daarna op een stijvere racefiets onder de knie krijgen.
De bunny hop gebruik je niet alleen op de mountainbike, het kan ook op de racefiets handig zijn om obstakels veilig te passeren.
Zodra je de sprong eenmaal onder de knie hebt, kan je gaan oefenen met springen over grotere obstakels of variëren met bewegingen. Zoals een nose bonk, waarbij je opzettelijk met je voorwiel op het obstakel tikt.
Met een nose bonk maak je je sprong helemaal af.
Vertaling: Sander Jansen
Van:
Bicycling US
